373 WijNTGis, tusschen den 10 Juni 1001 en den 16 Februari 1602, nog de volgende //secrete penningen" geslagen: Dubbele dukaten met de inscriptie eeedinandus et Elisabeth en met de wapens van Spanje, gemunt van den 10 Juni 1601 tot den 13 Februari 1602 volgens ordonnantie van de Gecomm. Raden dd. 21 Mei 1601, 35b'0 in de snede, allooi 23 kar. 7 gr., remedie li eng. 1 gr., hoeveelheid zuiver 16387 stuks. Eduardus' rozenobels, met dezelfde //engelse figure, wapentituledevise ende inscriptie" als diewaartoe den 10 October 1589 door gecomm. Rad. aan Boeeel consent werd verleend; gewicht, allooi en remedie als die van de Zeeuwsche rozenobels; gemunt van den 4 December 1601 tot den 4 Februari 1602; hoeveelheid zuiver 50006 stuks. Realen van achten, krachtens ordonnantie van Gecom. Rad. dd. 3 Januari 1602 gemunt van den 15 Januari tot den 16 Februari 1602, deels met de wapens van 't land en de steden van Zeeland, deels met de wapens en inscriptien van Spanje, hoeveelheid zuiver 2557 m. 7 ons 15 eng. Yan deze realen, geslagen ten gerieve van den handel op Oost- Indië, werd geen recht van seigneurage geheven. Ook moet hier nog worden aangeteekenddat er tijdens den duur der eerste bus van dezen muntmeester en wel van den 21 Nov. 1601 tot den 3 Maart 1602 aan oortjes en duiten werden geslagen 3342 marken, n. 1. 3188 m. aan oortjes en 154 m. aan duiten. Deze post komt niet op de eerste rekening voor, daar de bus voor het kopergeld eerst op den 25 Februari 1609 is geopend. Zagen we bovendat gedurende het muntmeesterschap van Boeeel van het plakkaat van 1586 afgeweken was, bij ver gelijking van Wijntgis' instructien met dit plakkaat blijkt, dat men nog verder van den goeden weg was. Leicesters ordonnantie scheen niet geschikt, om op den duur de zoo noodige eenheid te brengen in het muntstelsel der Yereenigde Nederlanden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 207