387 ponden, ende van elck twintich marck heele ofte lialve dael- ders eenen penninck, ende van mindere penningen van elck tiiien marck wercx eenen penninck. Deselve wardain sal gehouden wesen te nemen de selve penningentsy van goude ofte van silveredie hy inde busse steken salvan boven neer vuyten hoopront ende ongescheurt. Item de wardain en sal geen leverantie doen van eenich we rektsy van goude ofte silvereter tyt toe dat 't gelieele werck van dien dage sal geheelycken gemunt sijn ende ge- levert bij den munters int comptoir vanden meester in syn presentie als boven. De voorsz. wardain sal dickwils visiteren de comptoiren vanden mr. particulier ten minsten van dry maenden tot dry maenden ofte meer, indient hem noot dunct om te weten oft die penningen, die de meester belooft heeft by sijne in structie te houden int comptoire om d'expeditie vanden coop- liedendaer gereet sijnende die voorsz. meester en sal daer tegens geensints mogen seggen onder correctie van die van den voorsz. ltade. Item sal die wardain oock regardt nemen op de reparatien vande huysencomptoiren ende andere nootlicheden vander munte omme die te doen repareren ende onderhouden eer- lycken en ten meesten proffyte vanden lande, daertoe hy or donnantie sal mogen geven op den muntmeester ter somme van vijftich guldenen met laste van daer beneffens te brengen acquict vande werckluyden. Ende soo die reparatie dese somme soude excederen, zal daertoe schuldich syn te halen particuliere ordonnantie vandie vanden voorsz. Rade. De wardain sal t'officie bedienen in persoone, ten ware bij nootelycke absentie ofte siecte, in welcken gevalle hy ge houden wort eenen anderen persoon van eeren in syn plaatse te stellen tot synen peryckele, nochtans met advise vanden Rade voorsz Item sal die wardain neerstelyck toesien, dat die balanchen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 221