190 bouwd, waarom iemand van stadswege naar Deventer gezonden werd, ten einde Wezelsch hout te koopen. De rekening van het volgende jaar bevat eene uitgaaf van 4 fi 7 gr. aan den beeldensnijder //voor te snijden, dat aan de nieuwe kraan wezen zou." In 143 5 werd het baerdshuus" afgebroken, dat in de haven stond. Het was waarschijnlijk een gebouw, waarin eene baardze (zeker vaartuig) geborgen werddat ten dienste der stad gebezigd werd. In de rekening van 1413-14 komt een kapittel voor Van costen ghedaen an die spoye up de damdie al nieuwe vmaect was." Deze spui zal wel hetzelfde zijn, als de sluis, waar van hiervoren melding is gemaakt. Volgens gezegde rekening- van 1413-14 stonden er ook huizen over, die //onderschoord" werden tijdens het werk. In 1439 werd er andermaal een nieuwe spui gemaakt. Om het werkvolk aan te moedigenwas er den 27 Juni iemand van stadswege op den Dam, waar hij twee beurzen kocht en in elk geld deed om aan hen te gevendie best aarde droe gen. Hij huurde ook een pijper, omdat zij willicke" dragen zouden. Een ander pijper, die de messyns hadde doen dan sen, die de bot droeghen," kreeg 4 gr. Den 27 Augustus droeg de wacht uit de Hoordstraat //met hare vervolghe," de aarde die op de melaere" lagnaar de nieuwe spui en den 31 dier maand was de wacht uit de Sint Pieterstraat aan het werk. Ten einde de nieuwe spui te kunnen maken, moest er een goed huis van den koopman Willem Beaem afgebroken wor den en omdat hij daarvan veel schade had en een arm man was, besloot de Wet hem 3 te betalen voor schadeloosstel ling (1440). Hij achtte dit echter eene luttele vergoeding, hield lang om meer aan en kreeg eindelijk (in 1447) nog 20 fi. De rekening van 1440 bevat nog eene uitgaaf 'voor

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 24