193 Nu is het wel eenigzins twijfelachtig, als men nagaat, hoe menig stuk van vroeger dagteekening tot nog toe is bewaard gebleven. Gewis tengevolge van dien brandwerden de stadszaken tot de voltooiing van een nieuw stadhuisbehandeld in de zoutkeet (misschien wel de herberg van dien naamwelke vroeger aan de markt stond). Dit gebouw werd gehuurd van Jacob Klaasz. om den raad, de stadsvierschaar en de balans in te houden (1428 en 1429) //en andere dingen, die dei- stede toebehoorden" (1431.) In 1430 werd een nieuw stadhuis gebouwd niet het oude vertimmerd, zooals de schrijver van //het stadhuis te Middelburg en zijne verschillende verbouwingen" (Toevoegsel tot Zeeuwsch jaarboekje en Middelburgsche Naamwijzer van 1861) betoogt. Het kapittel toch in de rekening van dat jaar (1430) dat er eene groote menigte uitgaven voor bevat, heeft tot opschrift Yan costë ghedaen ome een nyewe stede- huus te makenevan houtevan steenë van wkene (werken) en ectca" (etc.). 't Is vreemd, dat gezegde schrijver, niet tegenstaande hij diezelfde woorden aanhaalttoch beweert dat een bestaand stadhuis vertimmerd werd en zijne meening ook grondt op eene uitgaaf voor kosten van het zenden van personen naar Dordtom hout te koopen //toett stedehuus te vtymmerë," gelijk de rekening vermeldt. Immers het hout moest //toett" (tot der aan liet) stedehuis en niet het stedehuis zelve vertimmerd worden. De uitgaven voor den bouw zijn in 9 afdeelingen gesplitst te weten 1°. Voor aankoop van liout. Het zware hout kwam van Dordt en het andere (delen) werd te Amsterdam gekocht. Elzenhout werd voor klampen en wilgen voor trappen gebezigd, terwijl drie droge Pruisische delen werden gekocht voor de deuren beneden in de balans. 2°. Voor aankoop van steen. Uit deze afdeeling blijktdat de gevel van het oude stad huis werd aanbesteed om af te breken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 27