197 //bont voeder" van 18 fi. Jan Adam kreeg 6 el van dat lakendocli slechts van 34 gr. de el. De 4 dienaars en de 2 //craygieres" (omroejiers) ontvingen strypts" laken van 14 gr. de el. Yoor de twee stads trompetters, drie pijpers (Aant. 3) en den trompetter van mijnheer van Holland" (den Graaf) werden 2 halve //Denremonsche strypten" aangeschaft van 19 fi 't stuk. De bewaarder van de uurklok kreeg 5 el Yperscli voor een //frock" van 31 gr. de el en de hangman (scherp rechter) ontving voor dergelijk kleedingstuk 6 fiterwijl ook al die personen geld voor voering kregen. Aan ieder der twee stadsknapen werd voor winterkleeren een pond Vlaamscli betaald, aan een der stadsknechts 7 fi en aan den anderen 6 fi voor een winterfrock." De twee stads omroepers kregen elk 3 fi voor hunne winterpelsen daar zein droog weeruithoofde van het gevaar voor brand mede waakten. De Burgemeestersklerken en knapen kregen elk nog 3 fi //tot hare cousen voor den omeghange van der hallen." De kleur van het laken bleef niet altijd dezelfde. Zoo vindt men in de rekening van 1430dat de goede lieden van de wet kleeren droegen van groen lakende secretaris stads-bodenschoolmeestermetselaartimmermanschalie dekker van zwart. De gezworenen droegen toen een //karei" van zwart lakende stadspijpers van blauwde omroepers van grauwde horlogemaker en de straatmaker van rood. In laatstgenoemd jaar werd 52 7 6 voor kleeren besteed. De stad had veelal twee klerken in dienst en bovendien nog iemand, die brieven in vreemde talen schreef of daaruit vertaalde. Zoo kreeg Jan Adam (1399-1400) 2 voor een jaar dienst van walsche brieven te lezen en te schrijven, we gens de vreemde kooplieden, die er in de stad verkeerden» Pieter Goetzot deed dat voor gelijke som in 't walsch latijn en engelsch (1420) en kreeg den titel van secretaris er bij (1428).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 31