319
voor Gillis van der Speijen n meester van cl' orghenen"
en Jan die orghenare." In die van 1380-81 vindt men eene
betaling aan de n crepels" en vischdragersvoor hunne kaar
sen. Die van 1399-1100 leert, dat de leden van het stads
bestuur en de stedelijke beambten, om aan de processie deel
te nemen van hoeden eii handschoenen werden voorzien. Er
werden toen 6 dozijn hoeden gekocht, tegen 13 grooten het
dozijn en nog 3 dozijn van den bestenvan 34 gr. het
dozijn3 dozijn handschoenen n van den besten" voor 3 grooten
het paar, en 7 dozijn voor één groot. Deze laatste waren
voor de kaarsdragersroedragers en pijpers bestemd.
Yoor den weg, waar de processie langs trok, werd er jaar
lijks aan de vesten gegraven, waarvoor de uitgaven mede
in eene afzonderlijke afdeeling vereenigd zijn.
Den 35 Januari 1440 waren B. B. S. vergaderd om te
spreken over Heynen Wolfaertsf. die tegen den priester,
die het heilige sacrament droeg, misdaan had. Nog eenmaal,
behalve ditvond ik een bewijsdat het wel eens ontbrak
aan den noodigen eerbied voor de bedienaren van den gods
dienst. Heer Pieter Wolfaertsf. was namelijk geslagen
en daarom had de priesterschap alhier opgehouden n den dienst
Gods" te doen. Heer Jan Dierix werd dientengevolge van
stadswege, den 36 Maart 1415, naar de heeren van Utrecht
gezondenom hun dit mede te deelen en n om brieven van
relaxatie aan de priesterschap te verkrijgen en te bewerken,
dat men den dienst Gods om des goeds tijds wille doen
mochte." Den 6 April waren schepenen vergaderd om de
priesterschap te antwoorden op die cessaciedie er geweest
was."
Eerste mis. Menigmaal liet het stadsbestuur zich vertegen-
woordigen en gaf een geschenk in geld, wanneer een priester
zijne eerste mis deed. Men vindt daaromtrent het volgende
s Zondags na Sint Odolfsdag (13 Juni) 1365 zong Hen
drik Syszoonszoon zijne eerste mis. Het stadsbestuur was
dien dag op het stadhuis vergaderd, omdat er veel vreemd
Archief Ve dl., 2dc st. 16