223 geerden zich echter te verbeteren en kregen daarom den 15 September, op hunne kermis, 8 stoop rijnwijn. Bij dit klooster, op het hoogehof, was een waterput, dien de stad onderhield. Den 27 Augustus 1441 klaagden de Augustijnen op het stadhuis, dat de baljuw hun kerkhof ontwijd had, door er eenen persoon af te halenover wien gerecht werd. Daer zij cost en moenesse deden ome dat weder te doen wijene kregen zij van de stad 20 Zie omtrent branden bij of in dit klooster hiernaafd. XV BOGAARDEN OE BEGGAARDEN. Dit klooster ontving menigmaal ondersteuning van de stad. Yan aankoop van turf voor de swesten" (zusteren) en de clusenersen ten beggaerden," leest men reeds in de reke ning van 1366-67. Die turf werd destijds gekocht van Klaas, bastaard van Saeftinge. Yolgens de rekening van 1407-8, werd er 4 gr. gegeven //den tween clusenissen ome Gode, in die gte vorst," zonder dat er echter van de bogaarden sprake is. Blijkens die van 1412-13 werd //der clusenisse liuus te beggarden al niewe van houte vermaeckt" en volgens die van 1392-93 en 1417-18 werd er ook ten koste van de stad aan gewerkt. In 1428 werden de kluizen voor stadsrekening ge dekt en in 1433 gaf de stad twee philips schilden den clu- seniss te bagghaerdetoet hoire tymeraedse." Het is bekend, dat er in dit klooster handel in schrijfbe hoeften (Aant. 5) gedreven werd. Het eerst vond ik er melding- van gemaakt in de rekening van 1439voor aankoop van eene kruik inkt bij broeder Joris." Als een bewijs, dat de bestrating in het midden der 15e eeuw nog te wenschen overliet, dient eene vermelding in de rekening van 1447dat er gruis gevoerd werd in den kwa den weg bij de bogaarden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 57