224
B A 6 IJ N E N.
Evenals de bogaarden, werden ook de bagijnen meermalen
ondersteund door de stad. Aan zweste" (zuster) Aechte
Berwouts werd om Godswille 5 fi gegeven (1396-97) //te
helpe had tymeraedsen an haer huuskcn" en aan de andere
zusteren werd toen voor lietzelfde doel 8 fi 4 gr. betaald.
Dat de stadsregeering in betrekking stond en te maken bad
met bet bestuur van bet bagijnliof blijkt ook uit de rekenin
gen. Den laatsten Eebruari 1413 waren de deken van Sint
Pieter met de kanonieken ontboden ome de fondacie wille
die meest Aern vand kke (kerk) te begbine badde, want zij
die bezeglielt badden."
Den 3 Maart van dat jaar gingen de baljuw en schepenen
in liet klooster om den abt te spreken van der gliifte van
der kerke ten begbine" en den daarop volgenden dag waren
de bagijnen ontboden op het stadhuis ome d ghiften wille
vand kken aid en ome die brievendie zij d of hebbë te over-
ziene (1412-13)".
Den 4 September 1444 waren burgemeesters en schepenen
vergaderd om met de bagijnen te spreken over de electie van
een nieuwen kapellaan en 11 Juli 1446 waren zij samen, om
met den rentmeester en beer Oloud te spreken over de electie
van eene nieuwe meestersevan 't bagijnliof.
Het bagijnliof strekte zich uit tot daar, waar vroeger de
koepoort stond, want men leest (1396-97) //vandie dore bid
coeporte int beghijnhof."
Door het bagijnliof liep een van de stads waterloopen. In
1440 betaalde de stad een rijder //van cost en moenesse die zij
(de bagijnen) //hadden van delvene en vander watloop terumene."
Dat jaar werd er gemetseld aan 'tconduut in Spaengen vand
stede watloop."
In de oudste rekeningen vindt men jaarlijks eene uitgaaf
voor kapoenen, die uit bet bagijnliof op bet stadhuis gebracht
werden. In die van 1373-74, leest men van kapoenen en