230 De stad hief een recht van de wol die hier verkocht werd. Uit de rekening' van 1443 blijkt, dat in gezegd jaar geene wol gewogen werd en volgens die van 1403-4, werd aan den Graaf een opgaaf gedaan van de kosten van den stapel der wol. STAPEL YAN DE ENGELSCHE LAKENS. In December 1399 waren er van stadswege naar den Haag- geweest omdat mijn hë van Hollant en zijn raet beghaerden an die stede van Middelb dat si up hare coste eenen riddë van mijns hen weghe en drie ut wet van Middelb ghevaren hadden an den conino van Ynghelant om te bet den stapel te vercrighene." Den 11 in Zille (februari) 1400 waren er kooplieden uit Londen op het stadhuis en verzochten aan de wet om hunne lakenen uit Engeland hier te brengen en //bi groots te vcoopene; en den 18 dier maand kwamen er vele kooplieden uit Enge land omdat hun gezegd wasdat zij n met hare live en goede niet vrij of veijlieh wesen en soudenen waert gheconsenteert bi den rentmeester en bi der stede van mijns hen weghe." Den 10 Augustus 1443 waren de burgemeesters ten huize van een hunner vergaderd en daar werden te gast gevraagd een deel kooplieden uit Engelanddie vachtenhuidenlaken en andere waren geladen hadden en daarmede te Zierikzee wilden wezen so dat zij zoo onderwijst worden vand burg- meyste, dat zij hier losse soudë." Den 24 Juli 1445 spraken B. S. samen van de Engelsclien, die hunne jaarmarkt alhier zouden houden en den 30 dier maand om het te bamisse te doen. Den 15 December 1446 ging iemand van stadswege naar Gentom te spreken van de Engelsche lakensdie men uit Holland en Zeeland verbieden wilde. OOSTERS O HE STEDEN. 's Maandags in de paaschdagen 1407 kwamen er brieven van den Oestschen stedender stede "gotelike aen roerende."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 64