234 niets vermeid. Dat er wevers in de stad woonden zonder dat er evenwel blijkt of liet lakenwevers warenis zeker. (Zie bladz. 212). In 1443 nam men de zaak der draperij weder bij de hand en betaalde toen voor het schrijven der ordonnantie en der rolle." Den 24 Januari van dat jaar waren B. S. vergaderd, om met de poorters te spreken //hoe men best beginnen zou draperij te maken in Middelburg." Het bleef toen daar niet bijwant door de wet en de poorters werd het hof der Sint Jansheeren gehuurdvoor de ramerijvoor 24 C per jaar. Het was de plaats waar de ramen gezet zouden wordendaar de la- kenreeders hunne lakens aan moesten reeden." Op stads kosten werden er vier ijzers gemaakt en den burcht en den arend daarin geprent, daar men de lakens mede merken zou." Elders is er sprake van een groot en een klein zegelom de ge keurde lakens mede te merken. Bovendien werden er voor dat merken nog gemaakt drie pinsoeneen twee tangen. De regeering begunstigde de draperij door aan vreemdelin gen die daarvan hun beroep maakten en zich hier vestigden, het recht kwijt te scheldendat zij anders moesten betalen om poorters te worden (1444, 1445, 1446). In 1445 had dit plaats met drie vollers en in 1446 met twee wollenwevers van Sint Truien. In 1444 kreeg Piet.ee van Bokne van de stad vijf saluten om gereedschap te koopen voor zijn am bacht van de volderij. Den 8 April 1444 waren B. S. vergaderd om een nieuwen deken en waardijns te kiezen van de draperij en zagen zich den 17 dier maand genoopt om //correctie te doen" over degenen, die //gebreukt" hadden tegen de ordonnantie. MOLENS. Buiten de Noorddampoort was een molen en om dien te beter te kunnen bezoekenliet het stadsbestuur in 1443 een steiger maken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 68