'247 gedaan, waaruit blijkt, dat postulaat-gulden onder de haag- munt gerekend werden. Men vindt in de rekeningen de navolgende muntspeciën vermeld Blank. In de rekening van 1429 is een post in uitgaaf, wegens verlies aan geld, //doe die blanke of glieset ware." Ze waren ontvangen voor 1] en moesten uitgegeven worden voor een groot. Zooals hierboven blijkt, werd destijds het paaiment (de koers van het geld) veranderd. Braspenning. In 1435 gelijk 3|- groot licht geld. Bugels. Een groot 3 engels (1438). Esterling. Bij verkorting //est" genoemd, van gelijke waarde als een engels (1416-17). GuldensArnolds 2 G 5 gr. licht- of 1 13 8 gr. goed geld (1435). In 1429 2 fi 4 gr. Beiersche 3 (3 2 gr. licht of 2 j] 3 gr. goed geld (1435). Bordtsche 30 gr. (1399-1400). ti Geldersche 1 fi 8 gr. (1396-97). Overlandsche 3 j3 6 gr. (1430). Postulaat 2 0 8 gr. (1441). Kromstaart {Philips) 2 gr. 6 mijten licht geld (1435). Een //crostert" wordtin de rekening van 1429 voor 2 gr. gerekend. Kroon frmsche3 13 4 gr. (1396-97). Leeuw. Drie 4 gr. 6 mijten (1422) dus was een leeuw ongeveer gelijk 1.) groot. In de rekening van 1422 vindt men eene som van 16 in ontvang, voor overbate van paym zichte cl stede asijnse vcocht ware ome glieset paym, te weten den leewe voer 32 mite en al and paym d na, die mê te voren ontfinc voer 34 mitê" Myten i j penning. De oudste rekeningen zijn gesteld in ponden van mijten 10 grooten (1366-67 v. v.).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 81