437
Bladz. 411 (10). Het klooster der Duinen had in Hulster
ambacht uitgestrekte bezittingen (zie Zelandia ill. II, bladz. 711).
Eerst had het zijn refuge in de potterstraat, later zoo we
gezien hebben in de steenstraat.
Bladz. 411 (11). De clinckstraat weet ik niet te vinden.
Was het eene straat, die naar het dorp de Clinge liep of werd
zij zoo genaamd door dien zij in het deel van Hulst lag dat
den naam van Mincke had, denkelijk doordien het op eene
hoogte of een heuveltje (klinge, colline) gelegen was.
Bladz. 411 (12). De broodmarkt lag ook aan het westeind
der potterstraat; waar is echter moeilijk meer uit te maken,
even min als de juiste ligging der //zuvelmarct," waarop vóór
den brand van 1468 het oude stadhuis van Hulster ambacht
stond.
158687. //Ontf van Bob. de Eeijttere over de plaetse
daer taude stathuys van Hulsterambacht plach te staene aen
de zuvelmarct daer nu een huys op staet."
Bladz. 411 (13). De Lieve, ook voorkomende onder den
naam van //de moer," nog later //moervaart," was een kanaal
door de monniken van Hulsterloo bij Kieldrechtgegraven
van hunne in den omtrek van hun klooster gelegene moeren
naar de haven der stad Hulst, ten einde hunne speete a) te
kunnen vervoeren.
Beoosten de oude bagijnpoort moet zij in de stad gekomen
zijn; na haar een weinig zuidwaarts doorloopen te hebben,
nam zij eene noordwestelijke richting en verliet de stad
weder tusschen de potter- en havenpoort, maakte verder de
oostelijke grens uit der volkrijke, door ongeveer 90 zoutkeeten
l) Speete van spitten gespitte gedolven moei* of turf.
148990 (SR) bet. Jan Stevin tsaeftinghe van xxi scuten speten vj £xvj sch.vj gr.
Bet. L. Heyma scippè van denzei ven turven van tsaeftinghe te halene ij J6 viij sch.