439 Den 18 Februari 134a gingen nog eenmaal ij schepenen naar Gent om vonnis te hebben ieghë de inoencke als va dé aven gelde 1). Of er later nog verschillen tusschen de stad en de mon niken over de Lieve gerezen zijn, zal door gemis van meer dere rekeningen uit de xive eeuw wel niet meer bekend worden. In die der xv en xvj eeuw wordt nog wel dikwijls van die Lieve of Moervaart gesproken maar als het eigendom dei- stad. 1541-42 (S.R.) //ontf van zeker erve tande tiden vut- ghenomen dat de moervaert gheweest heeft, streckende naei' Guldenbergh." Dat de monniken de Lieve oorspronkelijk door de stad zullen hebben doen graven, kan ik niet aannemen; zij zal eenmaal daarvan de noordelijke grens uitgemaakt hebben en door uitbouwing daar allengs in gekomen zijn. Alhoewel in 1399 verboden werd nvulhecle(vuilnis) in de Lieve te werpen, zal het bewonen aan weerszijden, voor het houden eener behoorlijke diepte, geen goed heb ben gedaan, zoodat de stad menigmalen groote kosten voor uitdieping had. 147273 costen onïe tverdelfen der Lieve Pieter Bout ghenomë (aangenomen) te delven de voorn Lieve van Moersluis tot der Zeilbargh molen 2) cvj roeden xiij ix gr. vï. Lauwers Lootin van der halver Zeilbargh molen toot dei- halver Pottersbrugghe ov elke roede iene houde placke van lxxvj roeden, comtxj ij gr. xvj miten. Jacob de Coc van der halver Potterbrugghe tot der halver Steenbrugghe 3) xcv roedencomt xiij fi x gr. vij miten. Zie meergemelde Beschrijvinge van de stadt Hulst, door J. v. Lansbergh bl. 37 ea mijne oudste rekening der stad Hulst. 2) Zeil- of beter zijldijk is nog bekend. 3) Deze steeuen brug zal denkelijk iu de begijnstraat, en wel tusschen de krekelstraat en de begijnpoort gelegen hebben.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1883 | | pagina 35