441
de stad over die Lieve gelegen bruggenals in de bagijne-
straat, in de potterstraat en in bet achterom.
Daar waar de Lieve den weg, nu grindweg, buiten de
bagijnepoort doorsneed, dus aan het eind der Witteweel,
lag ook eene brug, die voorkomt onder den Daam van
cuvers- of cluversbrugdaar waar zij den zoutdijk doorsneed,
bij de moersluislag eene ophaalbrug; zoodat die dijk of voorstad
voor overval te land beveiligd was, als liggende tusschen
de Lieve en de haven. De inham waar eenmaal de Moersluis
lag kan men nog onderkenneneven als door hoogten en laagten
den loop hier en daar dier oude Lieve, waardoor, volgens
getuigenis van den schrijver der geschiedenis van Hulst Jacob
van Lansberglie bl. 36//dagelijks eene groote doortogt was van
turft' komende met schuitjens uit de moeren, als van d'ander
zijde van zout en allerhande levensmiddelen, die naar Kiel-
drecht, Verrebroek ende omliggende plaatsen vervoerd werden."
Door het verlanden der havenop het eind der xvje eeuw
is deze Lieve, moer- of turfvaart ook te niet gegaan, [mis
schien echter reeds vroeger] waardoor dus de stad van twee
bronnen voor hare inkomstente gelijk beroofd werd.
157677. (SR.) //Doordien de haven zoo zeere verlandt en
verslijckt, dat die onghebruijckelijk werdt tot groote intereste
der stedezoo is besloten visitatie te doene met lantmeters
dijcgraven en andersins omme tad viseren middele tot schue-
ringhe en hoe de haven te bringhen in behoirlijcken staet
bet. aan P, de Buck, landmeter van Ghent en Prarnjois
Schildere van cosnographien ghevahiert in Maerte als ook
Jan Matheusse Arentz ook landmeteriiij
Noch verteert op hunne inspectie vij vj vj gr.
Uit de rek. van 157980 meen ik te moeten opmaken
dat het advies geweest is om de haven zuidwaerts te ver
lengen en haar in gemeenschap te brengen met de moer
vaart, die van Stekene langs Moerbeke in liet pas gegraven
kanaal van Gent naar Sas van Gent (1547) liep:
157980, (SR.). //Bet. de lantmeeters gevachiert in
Archief Ve. dl., 3de st. 32