4-79 omdat die denkbeelden ons de namen verklaren en tevens eenigzins ophelderenwaardoor die ziekten zijn opgehouden of verminderd. POKKEN. De naam van deze gevreesde ziekte wijst reeds op hoogen ouderdom: immers, terwijl men thans in het dagelijksch leven onder pok (diminutief pukkel) een puistje verstaat, dagteekent het woord uit een tijd, toen de Celtisclie volkeren onder pok een zakje, een blaasje, verstonden; zoo als het woord in die beteekenis nog voort leeft in het Eransche pochehet Engel- sche pockethet Italiaansche pocca (6). Die aloude beteekenis is blijven bestaan bij de Duitschers, die de ziekte zelden PocJce meestal Blattern d. i. blazenblaren noemen. De Latijnsche volkstam noemtmerkwaardig genoegbaar niet blazenmaar variola, naar een weinig gebruikt, maar bij Celsus voorkomend woord Varus dat puistje of vlekje maar niet blaasje betee- kende. Waarom men in Nederland nog altoos van kinder ziekte spreekteen naamdie aan de ziekte eerst gegeven werdtoen de volwassenen weinig vatbaarheid meer vertoon den natuurlijk omdat zij als kinderen haar doorstaan hadden mag wel vreemd heeten Het woord schijnt meer Hollandsch dan Zeeuwsch te zijn en daarom misschien in Holland begrijpelijker dan hier. Ik zag, in vroegere jaren, de pokken in het Nosocomium te Leiden aangeduid door eene groote K aan de ramenvoor den vreemdeling zeker even geheimzinnig als de toenmalige uit eene vroegere eeuw af komstige proclamatie van den burgemeesterwaarin deze verklaarde, dat men onder kinderziekte die ziekte verstaan moest, welke men er gewoonlijk onder verstond. Waar zijn die pokken van daan gekomen het antwoord moet de geschiedenis schuldig blijven (7). De Chinezen ken den ze reeds 1100 jaren v. C.de Brahminen hielden er eene pokkengodin op na, ja zelfs zij, of de Chinezen -- dit her inner ik mij niet goed schijnen zelfs de ware koepokken

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1883 | | pagina 75