190 hetgeen hij dan toch gelukkig toegeeft, in hunne brasserijen! Latei' zijn de Zeeuwen meer onpartijdig geworden en terwijl wij thans erkennendat Zeeland een Delta-land is een koortsland durven wij met meer grond volhoudendat niemand dat land meer behoeft te schuwen. Het moge vreemd schijnendat men in Zeeland altoos ge woon was de lucht te verdenken, daar het toch reeds in 1695 was dat Lancizi te Eome zijn beroemd werk over de moe raskoortsen uitgaf en daardoor der koortsen oorzaak in den bodem verplaatste. Het kan zijn, dat men in Zeeland, even min als elderser op gesteld was den naam te hebben in moerassen te wonenopmerkelijk blijft het toclidat men in Zeeland nooit van moeraskoortsen hoort spreken terwijl iii- tusschen die moerastheorie zelve reeds tot de geschiedenis gaat belioorenen de medische geografie inderdaad schier evenvele koortslanden met zoogenaamde moerassen kent als zonder. "Vele eeuwen geleden onderstelden reeds Varro en Colu mella, en in veel lateren tijd Linnaeus, dat de zoowel be kende koortsen moesten worden toegeschreven aan myriaden van onzigtbare insecten (23). Prederik Muller daarentegen schreef ze eenvoudig toe aan de welbekende zigtbare infusoria en kleine diertjes van het water. Tot zoo iets helt ook in Zeeland het volksgeloof over, althans ten allen tijde hebben de Zeeuwsche landlieden een angst voor ongekookt water gehad vooral voor put- of welwatereene volksmeening die volko men gerechtvaardigd wordt door de moderne onderzoekingen over de onreinheid van den bodem. Die infusoria evenwel hebben even als de Palmella van Salisbury en andere hypo thesen hun tijd gehad en toch wendt men zich steeds tot het vergrootglas om het raadsel op te lossen. In 1878 ontmoetten elkander op het congres te Kassei prof. Klebs uit Praag en prof. Tommasi-Cuudeli uit Eome. In het volgende voorjaar bestuderen zij te zamen den Eomein- schen grondCuboni Marchiaeava en Lanzi volgen hen na in 1880 en 1881, en ziet, daar meenen die microscopi-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1883 | | pagina 86