193 koortsjaren zijnwaarin de endemie al haar kracht doet voelen. Dat waren 1807 en 1808, die vooraf gingen aan het jaar van de landing der Engelschen in Walcherenmerkwaardig genoeg was onder de ingezetenen in 1809 de gezondheids toestand bevredigend, althans de sterfte afnemend; zij waren uitgeziekt of aan den nieuwen invloed der malaria gewend. Het Maandboekje teekent voor de sterfte aan koortsen op Het jaar 1817 met zijn wanoogst telde nog 55 dooden. Zeventig waren er in 1820. Het door de Groninger epidemie bekende 1826 telde te Middelburg slechts 37 koortsdooden; het is wel zekerdat de quinine toen reeds eenigen invloed had. Vele dooden gaf ook 1831 toen vele zieke militairen uit Staats-Vlaanderen naar Middelburg werden geëxpedieerd zij zijn onder onze getallen begrepen. Het spijt mij dat ik behalve die koortslijders nog ettelijken heb gevonden, ge storven aan heimweedat waren de ongelukkige schutters uit Overijssel, die men naar een verkeerd land had gezonden en wier doctor de ziekte zocht niet in het klimaat maar in het gemoed (25). Na dien tijd stijgt de koortssterfte in 1847, een jaar, dat op het warme 1846 volgdenog eens tot een cijfer van 50 in de laatste 10 jaren was het maximum 15 het minimum 5. Merkwaardig is het ook den loop der sterfte na te gaan aan die eigenaardige ziekten van zuigelingen en kleine kin deren die men kent onder den naam van zuurtanden spruw, stuipen of diaré; het zijn meestal klimaat ziekten, die in koortslanden een belangrijke factor van de sterfte uitmaken. 1806 1807 1808 1809 1810 1811 47. 105. 108. 99. 57. 118.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1883 | | pagina 91