500 Bladz. 481 (8). In navolging van anderen noem ik Riiazes den eersten schrijver; ik lees echter in Lessing Geschidte der MeelBerl. 1838, bl. 205 en 215) dat Rhazes zijne be schrijving zou hebben ontleend aan n de Pandecten van Ahrun," die omstreeks 670 zou geleefd hebben. Bladz. 482 (9). Tschamer u Gratz, Berliner Klin. Woden- schrift 28 Mei 1881 en Practiserend geneesheer 1881. Lokker, Ned. Tijds. v. Gen. 1882. Bladz. 483 (10). Dupont ter aangew. pl. bl. 33 en 40. Bladz. 483 (11). Zie eene in de bibliotheek der genees kundigen te Middelburg bewaarde Biographia medicorwmMS. in voce. A. Helvetius die te Middelburg zijn vader opvolgde als lector in de anatomie, was zoon van Philippüs Maxijviiliaan doctor en lector te Middelburglater anat. prof. te Rot terdam deze schreef liet Theelthwijntje van het menschelijh geslacht." Piiilippus had twee broeders, die doctor waren. Hun vader Josephus Johannes IIelvetius was doctor te Sluisen deze alweer was een zoon van doctor Joh. Lred. Schweitzer. Bladz. 485 (12). In mijne jeugd zag ik in de hospitalen van Middelburg, Leiden, Parijs enz. de poklijders op de zelfde zalen als andere lijders of vlak er bij; thans isoleert men ze, althans in Nederland, zoo veel mogelijk. Maarniet overal elders; voor weinige jaren stierf hier aan pokken zekere schipper de Gelder, hij had in Antwerpen zijn zieken broeder in het gasthuis bezocht en om hem bij den zieke te brengen liet men liem n.b. de pokkenzaal passeren. In 1854 verspreiden zich de pokken in en rond het toen mid den in de stad geplaatste oude gasthuis, eene beschrijvingdie ik van deze verspreiding gaf, deed ieder het gevaar inzien en zij

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1883 | | pagina 98