XIV. BRANDEN. BRANDBLUSCHMIDDELEN. 106 den koning van de stadop net stadhuiskwamen bezoeken kregen zij een stoop rijnwijn. Willem. Tbeurniet kreeg ten zelfden jare, als opperste en gouverneur van de kamer van rethorika, vijf ellen rood en grauw laken //om daarmede met der stede livreie gekleed te zijn." Voor den speelwagen kreeg hij toen 55 ellen kanefas a 44 gr. de el. Pieteb de schilder had dien wagen gestof feerd en geschilderd. De gezellen van Rethorika kregen in 1493 //om een zots- rok met twee kousen te laten maken," vier ellen laken van 3 4 gr. de el en voor voerlaken voor de kousen 18 gr. Toen de gezellen van rethorika van Veere, in 1494, hier op den ommegangsdag kwamen spelen //met hunne battemen ten," kregen zij 12 poortkannen rijnwijn en die van Reimers- wale 4 poortkannen. In 1494 kregen de gezellen van Rethorika 2 poortkan nen rijnwijnomdat zij een spel van zinne' gespeeld hadden. I11 1495 werd hun nieuwe wagen, op stads kosten, met laken bekleed en geschilderd. Bij optochten had het vervoer steeds ten koste der stad plaats. In 1469 kregen twee lombarden 3 fi 4 gr., omdat zij //groote weere" gedaan hadden in den brand //bachsteene Voor brood en bier werd 19.| gr. betaald voor de wakers, toen er daar brand was. In den daartoe betrekkelijken post staat //achter den steen." In 1470 was er brand bij de Augustijnen, in 1473 in de Sint Pieterstraat, in 1477 in de 's Gravenstraat, in 1480 op den Noordsteenput. Den 3 Maart 1481 was er brand ten huize van Adbiaan Gijsz den smidop den Damin 1485 in de Kromme- weele. In de week, daar Maria-hemelvaart in kwam, in het jaar

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 110