138
betalen de eene helft lichtmis 1472 en de andere helft licht
mis 1473." Ook aan mijnheer van Ravenstein werd toen,
ter bede en onder obligatie zijner vrouw, insgelijks op ver
zoek van den abt, 100 geleend.
Aangaande de ongeregeldheden te Zierikzee, in 1472,
waarvan men melding gemaakt vindt, o. a. BoxiioRNa. w. II: 266
en Wagenaar a. w. IV: 124, komt in de rekening van
genoemd jaar deze post voor: //Item alsoe mijne genad heë den
htoge van Bourg bescrevë hadde mijnë heë van Ravestein
dat hij de stede va Zzee soude bedwingë en innemë tot zijnë
behouf, twelcke hij niet doen en mochte sonder bijstandich4
van vriendësoe screef mijne genad heë voirn eene beslote
brief an die stede va Middelb, dat zij den voirn heë va
Ravestein tot zijne vsoucke bijstandich doen soude mit al
dat zij vmochtë." De heer van Ravenstein begeerde daarom
van de stad Middelburg 200 personen. Deze kon Middelburg-
echter //mitte hnassche" (met de harnassen) niet leveren en
alzoo werd met de poorterij eendrachtig besloten om den heer
van Ravenstein 62 te geven, om soudeniers te huren.
Op Maria-visitatie 1474 werd iemand te paard naar Vlis-
singen, Zoutelande, Westkappel, Domburg en Veere gezonden,
om ter dagvaart te komen //om de schepen van oorloge te
ordonneeren."
In hetzelfde jaar werd iemand naar den Haag gezonden
om van mijns heeren wege te hebben 20 heudeschepen met
victaille en al de roeibaardsendie men krijgen konten
koste van den lande.
Aan Tristram Belle werd in 1474 20 ter hand gesteld
om die te overhandigen aan den president van Holland, tot
mijns heeren behoef //aangaande alzulke schepen, geordonneerd
voor Nusè^ (Nuis). Blijkens de rekening van 1475, lagen
er op kosten van de stad 14 ruiters en een kapitein, welke
laatste voor twee teldevoor Nuisdat aan de stad eene
uitgaaf van 82 12 berokkende. Zie Wagenaar a w. IV148.
In gezegd jaar 1475 gingen er van stadswege op eene