150 en een bode naar den koning van Denemarken gezonden //met zekere besloten brieven, aangaande zekere ontzegbrieven, bij den koning geschreven en gezonden aan de stad Middel burg." De reis kostte 120 goudguldens van 3 ,6 4 gr. en bovendien kregen de afgevaardigden ieder nog 1. De reis van een bode, die later een brief bracht, kostte 3- Van Joris van Bozendale was een vergulde kop gekocht, die 40 onsen min 12 engels woog voor 10 4 8 //en was gezonden den koning van Denemarken, bij ordonnantie van de wet, om zonderlinge zaken, hem daartoe porrende, te weten om zekere ontzegbrievendie de koning van Dene marken gezonden had aan de stad Middelburg." Op den kant staat evenwel//Dezen kop hebben de gedeputeerden weder om gebracht in handen van de stad, omdat zij zagen, dat het beter gedaan dan gelaten was." In 1490 moest er, op bevel van O. G. H. zekere victaille gezonden worden naar Damme in Vlaanderen of naar Biervliet, ten behoeve van het //garnizoen van den graaf van Nassau," waarvoor 2:5:3 betaald werd. Men kreeg hier tijding dat gezegde graaf van Nassau de stad Brugge bemachtigd had. In genoemd jaar werd er tarwe en //masteluyn" (mengsel van tarwe en rogge) voor de stad gekocht De stad had in meergemeld jaargedurende 30 dagen acht wakers in dienst, om de poorten te bewaken, ten tijde, dat de ruiters te Arnemuiden lagen //die in Bourtaigne wesen wilden," omdat men hen uit de stad wilde houden. De rekening van 1491 bevat een hoofdstuk wegens kosten //aangaande provisie van den oorlog," dat 774 bedraagt, meest van soldij van de bezetting van Arnemuiden. Volgens de rekening van 1492 werd de pensionaris van Middelburg den 28 December 1491 naar Mechelen gezonden om eene nieuwe commissie voor den heer Van Beveuen, als admiraal, om de stroomen te beveiligen met vier heuden uit Brabant, vier uit Holland en vier uit Zeeland, dewijl

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 154