181
Oude kronieken verhalen ons wel van een zoon van een ze
keren Frank, graaf van Zwaben, Leupolt of Lupolt ge-
heetendie in het midden der negende eeuw gewichtige
diensten zou hebben bewezen in den strijd tegen de Noor
mannen en tot belooning daarvoor met het eiland Borsele
zijn beleend, doch zekerheid hieromtrent bestaat er niet_
Zoo weinig als we weten van de lotgevallen van den stam
vader der Borselsche heeren, zoo schaarscb zijn ook de be
richten omtrent die zijner nakomelingen gedurende de drie
eerstvolgende eeuwen.
Tegen "t einde der twaalfde eeuw treilen we als heer van
Borsele een zekeren Floris aan, van wien we boven reeds
spraken, die na den moord, gepleegd op zijn broeder Wolpert
zich aan het hoofd van zijn geslacht bij den graaf van
Ylaanderen aanslootom dezen te steunen in zijn strijd tegen
den eersten graaf uit het Henegouwsche huis, Jan van
A vennes.
Bij vonnis van Mannen van Zeeland werden de bezit
tingen van Floris daarom verbeurd verklaard en den 23
Sept. 1315x) door graaf Willem III geschonken aan zijn
broeder Jan van Beaumont.
In de oudste in het archief van de provincie Zeeland
aanwezige bederekening, die van het jaar 1317 van Yrede-
rick rentmeester van Beoosten- en Bewesten-Scheldevinden
we dan ook dat aan den heer van Beaumont toekomen
in Monster 1100 en in Tevic 680, samen 1780 gemeten
steenschietensen verder aan de zonen van Wolpert, Philips
met zijne broeders in Westkerke 825 en in Oostkerke en
Wolfertsdorp 300, samen 1125 gemeten, eveneens steen
schietens.
Een paar woorden tot verklaring van de laatste uitdrukking.
De grootte steenschietens noemde men de uitgestrektheid van
het schotbare gedeelte van efn ambacht. Deze grootte stond
van Mieris, Charterboek, deel II, pag. 163.