197 gesteld kunnen worden met eene geldsom groot viermaal negen en twintig gulden. c. Het bovengenoemde recht tot jacht, visscherij en vo- gelarij daaronder begrepen de bij en vlucht, het stellen van eene duiventil en het houden van zwanen, kon verpacht en alsdan gerekend worden onder de zekere jaarlijksclie inkom sten van den heer. cl De recognitie, welke werd genoten van den civielen baljuw en den secretaris 1), e Het recht op de vroonen. De hieraan verbonden in komsten bestonden in de jaarlijksche cijnzen van erven welke op vroonland in het dorp Monster of daarbuiten in erfpacht waren uitgegevenom betimmerd te worden en de opbrengst der verpachting van de andere vroonendaaronder begrepen het kerkhof, dat de uitgevers bij de voorwaarden van uit gifte voor zich zeiven hadden gereserveerd. fHet recht tot het heffen van een parochie-accijns op bieren en wijnen, binnen de heerlijkheid gedronken. cj. De opbrengst der dijk- en gorsettingen en die van het recht tot het beplanten en beweiden der wegen. h. De opbrengst der tienden. Uit deze inkomsten moesten natuurlijk de onkosten be streden wordenwelke aan het onderhouden der parochie waren verbonden, Eindelijk moeten nog in de derde plaats worden opgeteld de expectatieven of die rechtenwelker pecunieele voordeelen onzeker zijnen wel 1. het recht op de tot nog toe geïnundeerde landen der heerlijkheid en de aanwassen daarvan; 2. het recht op de bedijkt geweest zijnde, doch daarna weer ondergevloeide of nog te overstroomen landen, welke De secretaris van het college Van haljuw en schepenen was soms tevens griffier ter weeskamer, administrateur van het consignatie-kantoor en van het kantoor van registratuur en vendumeester der publieke verkoopingen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 201