198 in de gevallen, voorzien in art 36 van de voorwaarden van uitgifte aan den ambachtsheer zijn of zullen vervallen; 3 de voordeelen verbonden aan de uitoefening der vroeger genoemde rechten in de onder 1 en 2 genoemde landen na herdijking 4 het recht van veren en passages, welke in der tijd nog zouden kunnen worden aangelegd of reeds zijn aangelegd 5. het recht tot de n boetens ende muleta," die de hoog baljuw, ingevolge zijne instructie, zoodra ze tien gulden of meer bedragenaan den heer moest verantwoordenhet recht tot de civiele boeten was afgestaan aan den civielen baljuw en werd geacht geredimeerd te zijn door de betaling zijner recognitie 6 het recht tot de zeevonden en zeedriften d. i de voor deelen die de ambachtsheer genoot uit de aan het land van Borsele aangespoelde goederen 7 het recht tot alle nalatenschappen bij gebrek aan erf genamen tot alle bastaardediefstallige en onbeheerde" goederen, en 8. het recht tot de heergewaden der tienden V. Van de vele watervloeden, die Zeeland hebben geteisterd was misschien wel niet een verschrikkelijker dan die, welke plaats had op den 5 December van het jaar 1530. Zoowel van Zeeland Beoosten-Scheldeals in het bijzonder van Zeeland Bewesten-Schelde werden uitgestrekte landerijen weggespoeld. Noordbevelandvan ouds bekend om zijne vruchtbaarheid, De revolutie in het laatst der vorige eeuw, die met een slag zooveel deed verdwijnen, wat eeuwen lang had bestaan, liet ook de rechten der am- bachtsheereu niet onaangetast. Als strijdig met de nieuwe begrippen aangaande de rechten van den mensch en van den burger, werden ze in 1795 geheel afgeschaft, doch in 1814 en v.v. hoewel slechts voor een klein gedeelte weer hersteld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 202