232 waren ofte noch bevonden mochten worden vervallen te zijn ofte naemaels geduyrende het leven van zijne Extie quamen te vervallen, hebbende voorsz. Staten in sulcken gevalle de voorsz. heerlickheytthienden, landen ende gorssen, dycken, dyckettingendomeynenambachten goeden ende alle andere actiën, rechten ende gerechticlieden aen de voorsz. Graeff'e- lickheyt bij versuym ofte ander verval competerende, Syne Extie voor hem, zijne erven ende naecommelingen verlyt, gegeven ende vergunt, verlyden, geven ende gunnen bij desen tot eenen rechtenZeeuwsclien leeneende dit alles sonder prejuditie van t' recht van eenen derden, tware ten ansien vande dinstinctie vande limiten als anderssints ende behondende voorder den Lande van Zeelant zijne gerechti- cheyt. Aldus gedaen, etc. den veu Novembris 1599, elffsten Martii 1600 ende xxiij Decembris 1602. (3e Cop. fol. 483—486).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 236