294
van liet stadhuis" aangenomen voor 90 waarvan hij in
1513 £70:19:18 ontving en in het volgende jaar 19 4.
Mr. Rombout Kelderman werd (15betaald //over 14
dagendie hij hier gevaceerd heeft binnen deze stedeover
't maken van zekere lorderendienende aan den gevel van
"t stadhuis tot 20 gr. daags en 2 2 gr. om papierdaar
de larderen mede gemaakt zijn." Meester Hendrik van der
Eijcke ontving //voor 18 dagen, die hij insgelijks mede ge
vaceerd heeft met den voorn, meester It oh bout ook over
't maken van dezelve horderen tot 10 gr. daags." Volgens de
rekening van hetzelfde jaar, was hij hier nog 30 dagen werk
zaam tegen 20 gr. daags //om zekere larderen te maken, die
nende aan 't stadhuis" en blijkens die van het volgende jaar
voor hetzelfde doel, nog 15 dagen
Waarin de werkzaamheden juist bestonden en of ze enkel
op den voorgevel betrekking hadden dan wel ook op den
gothischen gevel aan de Noordstraat en waartoe sommige leve-
rantiën van steen te brengen zijn is uit de rekeningen niet
wel op te maken. Ik laat daarom hier volgen wat ik vond.
Rombout Kelderman kreeg in 1512 voor werkdat hij
geleverd had, 44 2 8 en nog 10 op rekening van werk
dat hij nog leveren zou, terwijl in 1513 aan hem 70 16 2
werd betaald over de rest en volle betaling van veel divers
steeniüerckdat hij geleverd heeft aan 't stadhuis." Joos Koene
ontving (1513) 28 12 8 //over de volle betaling van zeker
werk aan het stadhuisdat hij bij tijde van de voorleden
kwartiermeesters aangenomen heeft" en Mr. Antheunis Kel
derman kreeg (15jf) 75 //over den twee deel van den
grooten glievel voor ander (voren aan het) stadthuijs."
c. TLEESCHHAL,
In 1513 was Mr. Rombout Kelderman hier ontboden //om
te maken de patroonen en de larderen van den gevel over 't
nieuwe vleeschhuis en heeft gevaceerd 19 dagen tot 20 gr.
daags" en in 1514 was hij hier tot hetzelfde doel nog 10 dagen.