296 bruikt te zijn geworden, althans uit de rekening van 15|" blijkt dat ze op het stadhuis was; in die van 15g wordt er timmerwerk aan de nieuwe halle verantwoord, benevens 15, aan Andries Klaasz betaald voor 11 steenen glasvormen dienende boven in de lakenhalle." Aan Daniel Jacobsz. Gaudinok werd (151|) 9 betaald ov zekere erfve ofte plaetse die gelegh was ande oostzijde van zijnder plaetse achter an zij liuijs daer de strate ter zijde tvleijs(huus) eensdeels ov gemaect is." De bouw van den toren en het vleeschhuis had waarschijn lijk het maken eener nieuwe kap op het stadhuis noodig ge maakt, althans men vindt (1515) dat Cornelis Matthijsz. twee bestekken gemaakt had voor 1t nieuwe werk van de kap van het stadhuis" en dat aan Pieter Huijsen (151.2) 14 werd betaald van dat hij aangenomen heeft te maken de cappe vander stadt met al datter toebehoert naer uitwijsen een abc daer afgemaec en dit op reken;" en hoewel nu in dezen post niet vermeld wordt, dat het de kap van het stadhuis betrof, leest men in de volgende rekeningdat aan denzelfden aan nemer nog 20 4 betaald werd voor het maken der kap van het stadhuis. Aan Prans van Thol te Dordrecht was (1512) 31 9 7 betaald voor //een schip hout, daarin waren 29 stukken Wezelshoutdaarvan gemaakt zijn de vijf groote gebinten van het stadhuis." Op het stadhuis boven de nieuwe zaal" (Aant. 6) werden (15)^) 24 nieuwe vensters gemaakt. Rombout Kelderman leverde voor 15 een pijp voor den schoorsteen boven op het stadhuis, terwijl //een vaan met een keizerskroon er op staande" daarop geplaatst werd (15 ff). (Aant 7). Rombout Kelderman kreeg eene jaarwedde van 3 van 15131521, over het laatste jaar echter slechts voor de helft, terwijl men aangeteekend vindt en zijn zijn wedden voorta opgheseijt" (15y).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 300