297
d, BEELDEN.
De beelden der graven en gravinnen van Zeelandaan den
voorgevel, werden geleverd door Michiel Ywijnsz. (soms ook
Yswijn genoemd) steenhouwer te Mechelen. Ze worden in
de rekeningen aangeduid als steenë psoenagen (personages)
staen voir de stadhuis,11 kostten 3 per stuk en werden //in
custoden ofte kisten" herwaarts gebracht. Men vindt de be
talingen aan Ywijnsz, vermeld in de rekeningen van
15)4 voor 515
op rekening 6 6
15voor 10 18 4<
15}f 11 16
voor 515
15 L| voor 5//15:
25~ 75 <T: 6
waarin dus een bedrag van 6 Q 6 gr. voor de kisten begre
pen is die de stad ook in rekening gebracht werden.
De beelden werden hier geschilderd en gestoffeerd waarom
trent men vindtdat er betaald werd aan Jennin den schil
der voor drie5:1, aan Cohnelis den schildervoor
twee, 2 10 (15f|) aan laatstgenoemden nog voor zeven,
tegen 25 13 elk (15-J-f) ook voor zeven, tegen dien prijs
(15}f) en de overige (15Ten einde er dit werk aan te
kunnen verrichten, werd in 1514, voor 20 13, een schuur
gehuurd. Yolgens de rekening van 15werden er ijzers ge
maakt aan het stadhuis, //ome de graven anne te hanghene."
Toen men nog bezig was met het bouwen der vestingtorens
en muren werden menigmaal misdadigers veroordeeld tot le
vering van steeneu en later van geschut. Nu daaraan evenwel
geen behoefte meer bestondwerd aan verschillende personen
die zich misdragen hadden het bekostigen van beelden voor
den voorgevel van het stadhuis opgelegd. Men leest daarom
trent in de rekeningen van 15 J s en 151 f dat Oele de
goudsmid was gebannen en niet mocht wederkeerenvoor bij