28 //gelyk mede de jegenwoordige vrye apothekers sullen vermo- //gen te blyven practiserendog buyten de jegenwoordige doc- torenin opzigte van hare Patiëntensal voorts in het toekomende niemand andersschoon hy ook doctor en phar- macyn te gelyk was als alleen de publyc aan straat wynckel houdende Apothekers vermogen eenige medicamenten aan iemand te verkoopenof eenige Medicamentkisten of salfdoo- sen ten dienste van het LandStadOost- of Westindisehe //Compagnien ofte particuliere te leveren, ofte ook eenige wassche kleeden of hypocras voor andere te makenop poene van confiscatie der agterhaalt werdende medicamenten en vyftig gulds de boetede helft ten behoeve van het Apo- thekersgilde ende de wederhelft ten behoeve van den armen, ende sal dienvolgende met al hetgene voorts, isde voorn. n ordonnantie van den jare 1624 tot nader ordre zyn en blyven geamplieertdes blyven de Doctoren egter gerecommandeert n tot herstellinge van de Eenigheyt tusschen haar en de Apo- thekersde Apothekers wynkels zooveel doenelyk met hare ordonnantiën te benificeren bysonder van de grofve medi- n camentenwelckers bereidinge met de luyster van haar doc- toraat niet al te wel sehynd overeen te komen." Hiermede was dus in 1702 de zaak, zoo men meende, goed geregeld: de jegenswoordig alhier practiserende doctors" konden leveren, de lateren niet. Weldra evenwel moesten de apothekers met een ootmoedigmaar uiterst langdradig en verward smeekschrift voor den dag komenom zekeren doctor Douw, die zich in Juni 1703, dus na de proclamatie, hier vestigde, het leveren te doen beletten: maar de apothekers kregen hun zin niet, want het bleek dat Douw in 1702, toen hij toevallig eens bij zijne famielje logeerde in Middel burg voor de meid van zijn schoonmoeder een recept had geschreven. Het schijnt dat vele latere doctoren zich ook maar het liefst lieten rangschikken onder die u jegenwoordig alhier practiserendeof zoo zij al niet onverholen leverden

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 32