338 De gouverneur en gemeene kooplieden van de Engelsche natie" wenschten ontslagen te zijn van liet contract, dat zij aangegaan hadden op verbeurte eener boete van duizend gulden op verbreking, om hier zeven jaren lang hunne residentie te houden want zijlieden bevonden dat hun profijt hier niet was overmits dat vele diverse koopmanschappen hunlieden dienende, hier niet gebracht werden en ook dat veel van hunne kooplieden de lucht van den lande niet verdragen moch ten." Men kwam onderling overeen dat men dezelve koop lieden ontslaan zoude va tvoirn contract en peijne mits va henl ghecrigende dat men mochte twelck ghemodereert es gheweest ter some va hondert en xxv 1516. Toen zij hier in 1512 kwamen werd voor hen 140 roeden vloer, gelegen in verschillende huizen in de Noordstraat op gemeten. Rekening 1512. (Inventaris n°. 1004). "Van stadswege gingen er naar Antwerpen bij den gouver neur van de natie van de Engelschenom de stapel van die natie te loecken" binnen deze stad. Naar Bergen gingen er ook van stadswege om te communiceeren met den court- meesterom die natie te gewegen te comen houden haer- luijd mercten binnen deser stadt," 1536. BARTOENEN. De bartoenen hadden een proces moeten voeren voor den hoogen raad tegen Jacob en Pieteb, Secondines, welk proces later door de stad in hunnen naam gevoerd werd. De bar toenen verbonden zich tot goedmaking der kosten te betalen van een groot honderd zoutsdat zij voor Arnemuiden ont laden zouden6 gr. en van een vat wijndat zij zouden overbrengeneen gr.," 1506. Deze heffing werd verpacht voor 70. Rekening 1507. Door W. R. werd iemand naar de koningin van Prankrijk gezonden om II. G. te adverteeren van het proces dat de stad van M. hangende heeft in den hoogen raad jegens Dom-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 342