396
O. G. H. geanticipeerd heeft om gesteld te worden uit de
■momborine en voogdij en anders, 1515." Zie Inventaris n°.
1033. Het woord anders zal wel slaan op anderezaken, niet
betreffende Kakel V, daar veel meer geleend werd, dan voor
hem noodig was.
In de rekening van 1515 wordt, bij wijze van memorie,
aangeteekend eene som van 275 losrente, den penning 15
gehj'pothekeerd op het schot, dat de stad jaarlijks schuldig
is en ook op de domeinen van O. G. H. en alzoo deze kwar
tiermeesters geene handeling van deze penningen gehad heb
ben zoo wordt daarvan geen ontvang en uitgaaf gemaakt."
KAKEL (V).
Van zijne inhuldiging hier ter stede vindt men op f°. 139
v. v. van de rekening van 1515 het navolgende verhaal
Op Maandag 14. dag van Mei 1515 na den noenedeed
hertog Kakel, prins van Spanje, aartshertog van Oostenrijk,
zijn blijde en eerste inkomst binnen deze stad van Middelburg
en werd gehaald triumphelijk met vele schepenbootenroei-
baardsen en galjoten, zoo van deze stad, als van Goes, Rei-
merswale en Veere en zijn persoon kwam in de groote galjoot
van mijnheer van Beveren en kwam daarmede ter havene in
en langs den noorddijk kwamen de drie schutterijen en veel
andere personen van Arnemuiden, elk met een brandende toorts
in de hand tot aan de stad en bij de stad komende tusschen
de twee steigers buiten de Noorddampoort, is hij op en aan
land gekomenaldaar mijnheer de prelaat ten voorsten en daarna
B. B. S. R. van de stededie hem presenteerden te weten
de baljuw de roede van justitie en heer Jacob van Dombürg
ridder, burgemeester, de sleutel van de stad, dewelke O. G. II.
hunlieden wedergaf, en zijn alzoo voortgegaan al de geeste
lijken in de processie vooren komende bij den steiger
staande buiten de Noorddampoortwas daar een schavot ge
maakt tegen denzelven steiger overmet Adam en Eva en
over d'andere zijde van de haven was gemaakt een blokhuis