399 Op Woensdag 23 dag van Mei daaraanvolgende voor den noenwerd O. G. H. gehuld bij de Staten van den lande van Zeelandbinnen de Abdijin de zaal daar men de hooge vierschaar houdt, staande rechtop, blootshoofds, voor aan den lioogen zetel (//sitten") daar staande, welke zetel bedekt was met een gouden laken en de eed werd heur gelezen en ge staafd bij Andries Andries, rentmeester van Bewesterschelde van Zeelanden de eed over beide zijden gedaan wezende zoo is O. G TL nedergekomen en heeft aldaar drie ridders ge maakt, te weten eerst de voorz. Andries Andries en daarna heer Jacob van Domburg daar te voren ridder van Jeru zalem en Lieven Hugensz. beiden op dien tijd burgemees ters der voorz. stad. Gaande voorts van stonden aan op het stadhuisdaar groote menigte en ontellijk volk vergaderd wasen in de raadkamer van het stadhuis was een zolder gemaakt van de hoogte van de zitbankenbedekt met geel lakenen twee iluweelen kus sens in het middenvenster, daar O. G. H. aanstond en op lagen de eed werd hem gelezen en gestaafd bij Ewout Lievensz alstoen baljuw der voorz. stad in de manier hier navolgende Dat zweert Gij gerechtig landheer in Zeeland te wezen der heilige kerk recht en der stad van Middelburg recht te houden, te stijven en te sterken, weduwen en weezen te beschermen voor onrechtalle handvesten keuren en pri vileges rechten en goede costumen die uwe edele voorva deren koningen en koninginnenhertogen en hertoginnen gravengravinnen en bezitters 1s lands van Zeeland de stad van Middelburg gegundgegeven en geconfirmeerd hebben daarvan zij in tijden van wijlen hertogen Philips Karel en Philips koning van Castilië uwe voorvaderen zaliger ge dachten gebruikt hebben, die te houden, te stijven, tester ken en te confirmeeren en bezegelde brieven daarvan te geven onder uw zegel. Dat zult Gij niet laten om geenerhande za ken. Alzoo moet U God helpen en alle heiligen. Daarna deed de geheele gemeente haren eed. Dewelke eed gedaan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 403