413 in 1518, 19 gr.; in 1519, 19 gr.; in 1521, 2 13 8 gr. toen de rogge 2 13 4 gr. kostte. Bladz. 407 (19). Volgens de rekening van 1547, werden de volgende daggelden betaald aan een schatter 8 gr., een man met een stalwagen 2 (3 6 gr den stadstimmerman 12 gr., den stadsmetselaar 14 gr., een steenhouwer 12 gr., een straatmaker 12 en 's winters 10 gr., zijne dienaars 6 en 7 gr., zagers 12 gr., beeldensnijders 12 gr., den schaliedekker 12 gr., zijn jongen 7 gr.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 417