429
tin ga op last van prins Willem Kakel Hendrik Priso
in 1750 opgemaakt. Docli hoe nauwkeurig deze ook zijn,
onnauwkeurigheden komen er toch op voor zelfs op die van
Hattinga deels is dit aan fouten te wijten en deels aan
het feit, dat de bergjes reeds zoo klein waren, dat men ze
niet als berg meer wilde vermelden. Zoo miste ik b. v. op
de laatste kaart o, a. twee bergjes bij Zandijk, twee bij Krom-
menhoeke, één bij Mariekerke, één bij Iioogelande, twee bij
ïtitthemof een enkele is verkeerd geplaatst, en wederom
een andere ontbreekt op de kleine kaart en niet op de groote
die bewaard wordt in de vergaderzaal van heeren gedeputeerde
statendochdoor gemis aan ruimte zoo hoog is geplaatst
dat men ze niet dan met moeite kan raadplegen.
Op de kaart uit het Theatrum orbis terrarum van Blaeu,
die wel eerst in 1635 is uitgegeven, doch volgens een bij
schrift in de Zelandia illustratadl. I, bl. 22, Walcheren voor
stelt tusschen 1598 en 1615, komen, met betrekking tot de
bergjes ook vele onnauwkeurigheden voor.
Op sommige latere kaarten ontbreken zij geheel en al, b. v.
op het Reiskaartje van 1810 en op dat van van Prooijen van
1829, als ook op de Hydrografische kaart, terwijl er op de
zoo uitnemend bewerkte Topografische slechts hier en daar,
jammer genoegeen enkele is afgebeeld.
Andere nieuwe kaarten als van Lampert 1852; van van
Nieukerken en Kuiler 1875; van Lambrechtsen en Pické
1877 zijn meer of min nauwgezet in het opteekenen der ber
gen doch ik behoef niet te zeggendat zij niet hebben op
genomen diewelke niet meer bestonden of bijna waren
verdwenen.
Het nieuwe kaartje van den heer A. A. Beekman in zijn
zeer belangrijk werkDe strijd om, het bestaangeeft ons zeer
vele bergjes op in kaart Vdoch zij zijn daar niet gedetailleerd
genoeg bewerkt, om eene nieuwe bewerking uit te sluiten.
De schrijver, de meeningen volgende van Dresselhuis, heeft
in tusschen naar mijn bescheiden oordeel een nuttigen arbeid