431 te moeten brengen over hun ligging in het algemeen, over hun inhoudover de meeningendie de onderzoekers over hen hebben geuit. Herhalingen zijn daarbij onvermijdelijk! Reeds in 1834 zijn de gemeentebesturen, op verzoek van het Zeeuwsch genootschapverzocht opgaaf te doen van de in hunne gemeenten voorkomende bergjes; daaraan is bereid willig voldaan, doch de tabel is mij slechts weinig van nut geweest. Eene latere poging van dat genootschap om op de hoogte te worden gehouden van afgravingen, heeft niet gebaat. Bergjes zijn afgegraven zonder kennisgeving.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 435