441 rende zeeschepen en de onbeweeglijke torens van steden en dorpen. De berg, in 1834 opgegeven als 9 M hoog, is alleen onderaan in de rondte een weinig afgegraven, en daarbij is niets bijzonders voor den dag gekomendochen dit klinkt be langrijk Louweiise vond bij het afgraven onderscheidene palen, die op hem den indruk maakten van te hebben gediend om den berg te steunen bij den aanvang van het werk; den indruk van de overblijfsels te zijn van zoogenaamde paalwo ningen gaven zij hem volstrekt niet De uitweg van het land waarop de berg ligt, is thans noordelijk Heerlijkheid Aagtekerke. Oostelijk van Domburg ligt de heerlijkheid Aagtekerkedie doorsneden wordt door den Domburgschen watergang, welke sprinken van Aagtekerke en den Westkapelschen watergang in zich opneemt Het dorpdat den naam der heerlijkheid draagt komt mij voor op een eenigzins hoogeren grond te liggen. De huizen zijn om de kerk gebouwd, doch staan op verren afstand van de twee bergendie men in deze heerlijk heid vindt. Yolgens mededeelingen in Archief Zeeuwscl genoot schap dl I, stuk IY, bladz. 17zou dit dorp, met zijne Agatha- kerk, gesticht zijn in het begin der 14de eeuw en dat wel door zekere Agatha, de abdis van een klooster onder Emelisse in Noord-Beveland, dat de bewoners wegens overstroomingen hadden moeten verlaten. De abdis bracht het over naar de omstreken van Aagtekerke en noemde het Waterlooswerve een naam die aanduidt dat men daar toen geene overstroo ming meer te vreezen had. De heer van Yisvliet, archivarius der provinciegeeft naar aanleiding van oude bescheiden eene andere verklaring van den naam van het dorp. Waterlooswerve, dat nog het klooster genoemd wordt, ligt niet ver van twee watergangen, waarvoor men dus toen niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 445