Gemeente Aagtekerke.
443
meer bevreesd was en heeft geen berg. De naburige streek
heet //de Pekelinge". Van Cittebs en die hem zijn gevolgd,
maken van dat woord eene Pekeling dat is een waterdat
Pekeling heette en waarvan de Domburgsche watergang een
overblijfsel zou zijn. Het past mij niet dit te ontkennen,
doch ik ontveins nietdat het in de taal der Zeeuwen vreemd
klinken zou, wanneer men hoorde spreken van een pekeling-
water men kent hier niets dan zout-brak- en zoet-water en
daarom komt het mij aannemelijker voor aan te nemendat
men die streek zoo genoemd heeft wegens eigenaardigheid van
den grond. Thans is er echter niets van uitpekelen bekend,
en ofschoon er vele lage weilanden zijnherinneren geene
zeeplanten meer aan zeewater, planten die wij elders nog wel
zullen ontmoeten Misschien is die grond langdurig zoutachtig
geweest, doch die tijd moet dan lang voorbij zijn. "Wellicht
vermengden zich hier nog oudtijds zoute wateren van Veere
of Zoutelande met het zoete der watergangen. Doch heden
ten dage is het water in die streken minder zout dan aan de
oostzijde van Walcheren.
In die Pekelinge liggen geene bergenbehalve twee op
de oostelijke grens en rondom het dorp, evenwel op grooten
afstand, liggen er ook twee. De heerlijkheid, die vroeger
zeker niet Aagtekerke heette, is natuurlijk veel ouder dan
het dorp.
2. H B E 11 L IJ K H E I D AAGTEKERKE.
De meest noordelijke berg van Aagtekerke ligt tusschen
twee wegendie men thans noemt den Zuiverschen weg en
den Philip Six-weg, doch niet vlak bij den weg en ook niet
in den hoekdoch op eenigen afstand er van af De weg
thans zandweg, was weleer het verlengsel van den Pekeling-
schen weg, die in ouden tijd de kortste was naar Domburg