Heerlijkheid Zand ijk. 460 vigheid te geven. Dan was het eens zoogenaamde blauwe boonen-klei, zooals men ze in weilanden vindt, dan gewone grijze of wel bruinroode, zoo als men opdelft uit de diepte van slooten. Men vond ook derrie en dat wel in duidelijk afgestoken stukkendoch beenderen of stukken van aardewerk vond men volstrekt niet; wel enkele kleine pijpjes, misschien uit den tijd van den dam Yan krijt of van wat men voor krijt hield, zijn enkele groote brokken gevonden In het bovendeel was vooral ascli, doch men zag ook een laagje midden in. Asch en kolen waren altoos van hout, nooit van turf, derrie of stroo en zij vormde een laag, die als het ware over het gansche vlak liep en eenige decimeter dikte had. Zij moet dus volgens Leerdam van elders zijn aangevoerd om stevigheid te geven. Meststoffen waren er niet en rondom den berg was geen spoor van een vroeger walletje. Leerdam meende, dat de bovengenoemde sloot veel te klein was om zoo veel aarde te geven. De uitgang duidelijk oost Mocht men later in de buurt van dezen berg op oudheden stuitendan moet men voorzichtig zijnop een naburig land vindt men nog de pedestallen van standbeeldendie eens het sieraad waren van de prachtige buitenplaats //Niet altoos zomer", thans de moderne boerderij van den lieer Buteux. Op dit buiten stond weleer een met Japansche leitjes of tegels bedekte toren, die aan het buiten een schitterend voorkomen gaf. In de rondte vond men singels en vijvers met stand beelden. Eene weide in de buurt heet nog de twaalf Apostelen, welke naam misschien afstamt uit dien beeldentij d Deze heerlijkheid had vier bergen en ligt nabij Veere Hier waren weleer groote schorrendie samensmolten met diewelke voor Noord-Beveland lagen en met de zandbank Orizant"

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 464