476 twijfel was het alleen de berg. die zoo heette, en stamde deze af uit den tijd, toen men die heuvels hills noemde, evenals nog op andere plaatsen in ons land en in Engeland. Hill is niet Zeeuwsch meerdoch toch verstaanbaarbij Domburg spreekt men nog van de hooge Hil". Sippe is een Duitsch woord; wellicht is hier eene verbastering in n het spel. Een der drie bergen ligt in een hoek, dien men de Welle noemt, ofschoon er niets van eene wel, zooals wij dat woord nu opvatten, te zien is; wel en weel en wiel waren oudtijds woorden van dezelfde beteekenis; er is dus eertijds een over blijfsel geweest van een oud water. Dicht bij de duinen ligt de buurt Dishoekeuit weinige j> boerderijen bestaande. Gargon zegt, dat men dat woord heeft gehouden voor eene verbastering van Dievenhoek; de oud heidkundigen verklaren hetzeker met meer grondals Dijks- hoekdit zou duidelijk de beteekenis zijnindien men slechts wist, dat daar de hoek van een dijk heeft gelegen; ik heb er bovendien tegendat de Zeeuwendunkt mijin dat geval van een Diikhoek of Diikenhoek zouden hebben gesproken en niet van een Dvkshoek. Het werd reeds genoemd in 1293. 'j Aan den zuidkant ligt de heerlijkheid Boonendijkedie in historische tijden is afgedamd. Naar Middelburg toe wórdt de grens der heerlijkheid gevormd door den Domburgschen watergang. De bergen zijn zeven in getal. 25. HEERLIJKHEID KODDE KERKE. GeDaeente Koudekerke. Van de drie bergen rondom het dorp is een, ofschoon af-' gegraven, nog vrij hoog; men ziet hem ten noorden of noord westen van het dorp wanneer men naar Biggekerke gaat hij behoort aan de weduwe Mauer, doch wordt gebruikt door den landman Veuhage die er dikwijls grond aan ontleent.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 480