Molenhoek, en een klein hofje, op de plaats waar Hattitstga liet teekende heet nog het Molenhofje. Ik heb slechts een molen afgebeeldomdat niemand iets van een gewezen berg afwist en omdat ik nergens een oploopend terrein heb gezien. Is het een molenhoogte geweest, dan moet deze de molen van Dishoeke zijn geweesten natuurlijk kan die hoogte in nog vroegeren tijd een berg geweest zijn. De kaart van Pické teekent hier dicht bij de hofstede Laren- berg. Deze thans bewoond door den landman Aarnoutse ligt veel dichter bij de duinende naam zou verkeerdelijk doen den ken aan een vroegeren berg; de naam is denkelijk Larenburg. Gemeente Koudekerke, In de heerlijkheid Koudekerke ligt nog een berg aan een anderen Bergweg, die naar de duinen loopt en naar de voor malige batterij de Yijgeter. De eigenaresde wed, Adri- aanse woont op de naburige hoeve, vroeger kasteel Paauwen- burg en op eenigen afstand ligt het vroegere kasteel Zwanen burg volgens Gargon naar de vele zwanen zoo genaamd. Wel mogelijk, dat de berg bij een dezer kasteelen behoorde. Hij ligt in een scherpen hoek tussclien twee nu afgelegene wegjes. Thans loopt er een voetpad langs enzoo ik reeds zeide, de van den vorigen berg komende watergang. Of deze oudtijds reeds bestond en den naam van watergang ver diende, weet ik niet. Dit bergje is beplant; de vorm is duidelijk veranderd; bovenop ziet men eene soort van walletje en ook de grond is ongelijk. Dit is te verklaren omdat de berg vaak eene speel plaats is geweest voor de Ylissingsche jeugd en vooral om dat de Pranschen in 1809 hier eene batterij hebben opgewor pen om een aanval der Engelschen tegen te houden, die zij hier verwachtten; de Engelschen zijn geland, doch natuurlijk daar, waar men hen niet verwachtte, aan het Breezand. Yan 480 29. HEERLIJKHEID KOUDEKERK E.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 484