Zuidwatering. 511 Dit zuidelijk deel van liet eilanddat eveneens oudtijds uit schorren en watergeulen bestond, bevatte, behalve Vlis- singen, de heerlijkheden Oost- en West-Souburg, Ritthem, NieuwerveWelsinge, den Hayman en een stuk van Mortiere. Enkele deelen zijn, zooals wij reeds opteekenden, zeer laat bedijkt en kunnen dus geen bergjes liebben; dit was zoo met de heerlijkheid Boonendijke in de Westwatering de charters spreken ook van een nu verdwenen Bakkersdorp en wellicht met een groot deel van den Hayman. Boonendijke is in 1372 bedijkt; men meent, dat toen de vereeniging plaats had tus- schen de gronden van de Zuid- en Westwatering; daar moet dus voor dien tijd het zeewater hebben ingeloopenen stond dan zeker in verband met de lioogerop gelegene lage landen; de van Koudekerke komende watergang is daar wel een overblijfsel van. Vlissingen zelf was in oude tijden een eiland, dat men kon omvaren; het zoogenaamde Oud-Vlissingen was daar zeker het oudste, weinig gewichtige deel van. Dit eiland werd van het overige dus door een water gescheiden, dat in 1390 nog als Wijdvliet bekend stond; misschien herinnerde daar nog aan de vroegere buitenplaats Wei vliet, bij Ylissingen. Van de beide Souburgen men spreke het uit als Soe- burg is liet westelijke van jongeren datum; zij worden echter beide in de 12ö eeuw vermeld, zooals trouwens de naam reeds ouderdom aanduidt; al de dorpen, wier naam opkerke" eindigt zullen wel jonger zijn. De beteekenis van dat prae- fixum Soe is onopgelost; een Zuidburg of een Sousbourg is het wel nooit geweest. Oudtijds schreef men ook wel Sub burg en Sobburgh Sob of Sobbe was misschien èen verkorte eigennaam x). Oost-Souburg was kerkelijk ook eene voor- De wetenschap, dat men oudtijds ook Sutburg schreef, (Zie Broekema in Nomina geographica Neerlandicapleit zeker voor Zuidburgdoch daar staat tegenover, dat de nabijliggende Zuurbeeksche weg er voor pleit, dat in het land van Souburg Zuid overging in Za'èrzooals trouwens nog geschiedt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 515