II. DE LIGGING DER BERGEN, Nu wij hebben opgesomd wat er van de aloude heuvelen in Walcheren nog is te vinden, waarbij ik mij, jammer ge noeg, niet in staat gevoelde melding te maken van de hoo- ge weiden, die men hier en daar nog vindt, ga ik over om de ligging, den inhoud en zoo meer in het algemeen te be zien, eene herhaling dus van het reeds beschrevene. Met betrekking tot hun ligging herinner ik er aan, zooals trouwens reeds lang bekend wasdat er groote streken geheel zonder bergen zijn. Behalve Nieuw- en St. Joosland, den Oranjepolderde kleine polders rond Arnemuidendie ten noorden van Vrouwepolder, alle laat bedijkt, behooren daar toe de heerlijkheid Boonendijkede terreinen der stedende streek van de 1200 gemeten, die vreemdklinkende namen van wegen in de buurt heeft, als de Walekoitsche weg en de Lepelstraat, verder die van de 100 gemeten onder Grijps- kerke, en de Haymanlanden ten oosten van Middelburg, mis schien zoo genoemdomdat zij laat zijn opgewassen Zij ont breken ook op de hoogere terreinen van Westkapelle en Dom burg en Oostkapelle en in eene streek ten noord-oosten van laatst genoemd dorp. Het Wieltje, dat wij hebben vermeld, en de hofstede "de Schorre" boven Vrouwepolder zijn mis schien grenzen van laat opgewassen landen in dat oord, ter wijl de naam van de heerlijkheid Gapinge inderdaad er op schijnt te wijzen, dat daar de reeds bestaande landen in Se- rooskerke van de duinenreekshet Breezandgescheiden waren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 526