525 de Elleboogeens zeker ook naar Helium of Elle genaamd een bedijkbare schor was. Ik weet nietof bet iets te beteeken en heeftdat men tusschen Dishoeke en Koudekerke en ook verderop in eene lange streep naar Krommenhoeke meer bouwland vindt, dan op menige andere oude plaats; is dit toevallig, of heeft men daar het water langer laten bezinken en daardoor meer ge schikt gemaakt voor bouwlandIk moet het antwoord schuldig blijven, doch herhaal daarentegen, dat de bergen nooit ge vonden worden in oorspronkelijk bouwlandmaar altoos op weigronden. Walcheren, met zijn kleiachtigenhet regenwater tegenhou- denden ondergrond, ligt, ook volgens den heer Beekman een halve meter boven of onder A. P. Waar de grond zanderig is, zooals in de streek van Souburg, sijpelt het zeewater, zooals bij het graven van het groote zeekanaal is gebleken lichter door dan elders. Walcherenzeer rijk aan slooten was, vooral oudtijds een laag land, in den winter onderwater staande en daardoor veel meer geschikt voor weide, dan voor bouwland De topographische kaart toont het aan en ervaren landlieden hebben mij verzekerd, dat menige weide in slecht bouwland is veranderd, eenvoudig omdat in vroegeren tijd de veepest den veestapel zoo deerlijk had getroffendat er veel te veel weigrond was en uitvoer van hooi ook niet werd ver langd. In zeer oude tijden moet natuurlijk de hoeveelheid weiden nog grooter geweest zijn. De bergenofschoon dan ook zelve op een eenigszins hooger terrein aangelegdzijn dan ook schier overal door weiden omringd, en waar men in den loop der eeuwen de weide in bouwgrond heeft omgewerkt ligt de berg zelf, wanneer hij niet voor bebouwing is afge graven, toch altoos nog op eene weide. Somtijds is die weide klein, somtijds grooter, als het ware met een voorstuk, dat in de theorie der offerbergen uitstekend te pas komt, om er eene verzamelplaats van de bezoekers in te zien. Altoos is er eene sloot rondom die weide; men kan deze deels voor een

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 529