528 buitenplaatsen en in vervlogen eeuwen misschien de eerste hofsteden of stapelplaatsen of stellenof hoe men ze noemen wil, zijn geweest. Ik verwijs b.v. naar den Hazenberg, naar de Haute Montagne, naar Noordhoutnaar Noordbeeknaar Nieuw-erve en meer andere. Van veel beteekenis is ook de ligging der bergen met betrek king tot de gehuchten en dorpen, die zich op Walcheren hebben ontwikkeld. Wij hebben menig voorbeeld aangevoerd als Schei- lag ter ButtingeBrigdammeHoogelande, waar ik vermoedde dat eens het kerkhof een berg is geweest; doch met zekerheid heb ik kunnen aantoonendat menig gehucht uit een paar huizen, een berg en eene kerk bestond. Poppekerke, Bou- dewijnskerkeKrommenhoeke, Mariekerke, Kleverskerke zijn daar voorbeelden van. Andere dorpen die tot grootere ont wikkeling zijn gekomenontstonden tusschen een paar bergen in ik noem SerooskerkeAagtekerke ZoutelandeBiggekerke RitthemNieuwerkerkeGapinge en Koudekerkewaarvan de drie bergen als het ware tegen de huizen aanliggen. Uit een en ander volgt, dat onze heuvelen voor de ontwikkeling der gehuchten en dorpen van meer gewicht zijn geweest dan menigeen denkt. De uiterlijke vorm levert niets bijzonders op; de tijd heeft waarschijnlijk bij vele iets gewijzigd. Plet zijn geene, vele bunders bevattende hoogten, zooals in het noorden van Ne derland, doch kegelvormige aardhoopen, aan groote hooibergen gelijk. Somtijds zijn zij van boven afgeplat, meestal niet. Somwijlen dragen zij sporen van een spiraalsgewijs er rondom loopend paddoch het is geheel onzekerof dit oorspronke lijk is. Van een wal die er rondom zou hebben gelegenis niets te zien. Dkesselhuis Godsdienstleer blz. 98, meende, dat zij oorspronkelijk wel 17 of 18 M. hoogmoeten geweest zijn. Het is wel mogelijk; doch die geleerde schrijver is niet vrij te pleiten van wat men noemt parti prisIk geloof dat geene zoo hoogde meeste veel lager geweest zijn_ Van het inzakken in den grondwaaraan hij eenige meters

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 532