538
de zoogenaamde zandaderendie men houdt voor overblijfsels
van stroomen; van de hoeveelheid klei, die er in bevat is,
van toevallige bijvoegsels en van de droogte hangt de kleur af.
In sommige bergen is bijna geen zand, in andere zeer veel,
b. v. in de Noordbeeksche bergen, en dit ontstaat wel
hieruit, dat de omtrek van Souburg een zanderigen bodem
heeft. De slechte zavelgrond, dien de afgraver vond in den
berg achter Moesbosch, no. 28, en die zoo vele schapenbeen
deren inhield, zal ook wel rijk aan slecht zand zijn geweest.
Het zand had een enkele maal eene bruinachtige kleur, doch
geleek op alluviaal zand; diatomeën pantsers of glauconiet-
korrels heb ik niet gevonden.
Dat zich ook in onze bergen laagjes van ijzeroerdie
dus voor hoogen ouderdom pleiten, gevormd hebben, evenals
dit voor de Groninger terpen gebleken is, heb ik boven ver
meld.
Krijt en Gips.
Laagjes van gips heb ik niet gezien; misschien zouden zij
te vinden zijn concentrisch met de buitenvlakte van den berg,
wanneer men er een kon vindenwiens bovengrond niet is
omgewoeld; althans dr. Adr. A. Lokker, vond zulk een gips-
laagje bij het afgraven van de met gras beplante 250 jaren
oude bolwerken van Middelburg 1).
Onder den naam van krijt heeft men in verschillende klei
lagen zeer vele amorphe stukjes harde witte stof gevonden en
in andere kleilagen bijna geene. Daar intusschen deze stukjes
somtijds zeer klein zijn, heeft men ze vermoedelijk over het
hoofd gezien; gips toch zal wel nooit ontbreken, waar zeeklei
aanwezig is en planten hebben gegroeid. Ik bezit uit den
zelfden berg monsters die veelen anderedie zeer weinig
Geneeskundige plaatsbeschrijving van Zeelandblz. 51 en Tijdschrift van
Natuurlijke Geschiedenisdoor v. d. Hoeven en de Vrieze, XI, 348.