538
tende brokken van die asch vond ik intusschen macroscopisch
geen enkel stukje houtskool: ik vond niets dan uiterst fijne
in stukjes vervallen plantenelementenmet zeer vele spicula
omringd en ingesloten door een zeer fijnen zwarten detritus
van diezell'de weefsels, met zandkorrels vermengd. Die lagen
waren dus lagen van plantenoverblijfsels met wat zand, doch
of dat nu asch kon zijn of zeker niet kon zijn, durfde ik
niet beslissen.
Dr. Seelheim had alweder de beleefdheidwaarvoor ik steeds
zeer erkentelijk ben die stof voor mij aan een deskundig
onderzoek te onderwerpenhij vondevenals ikgeene asch-
zouten maar wel de fijne vegetabilische elementen en meende
zelfs te mogen aannemen, dat bet overblijfsels waren van
monocotyledonenmaar, wat bier alles afdoet, hij kwam tot bet
positieve besluitdat het geen ascli kon zijn. -/ Het is11
schreef bij mij niets dan veen met eenige klei. De glanzen
de zwarte deelen die men voor kool zou kunnen houden
lossen in potasch bruin op, hetgeen kool, door vuur verkre
gen, nooit doet. Bestanddeelen van asch, alkali enz. zijn niet
aanwezig; dit bewijst niet veel; zij kunnen uitgewasschen zijn.
Ook zeewater-bestanddeelenNa Cl en gips zijn nauwelijks
aanwezig, doch hiervan geldt hetzelfde Daarentegen zijn spons-
naalden en diatomeeën vertegenwooordigdde sponsnaalden heb
ik altoos als ////marien1"1 beschouwd, ofschoon er ook zoetwater-
spongella's zijn, maar de rivierklei, in Nederland althans, be
vat geene sponsnaalden. Ik vond ze ook in klei uit denzelf
den berg".
In den berg van Buttinge heeft de Witte volgens zijn
zeggen, bij vroegere afgraving, eene laag zwarte asch gevonden
van eene belangrijke dikte. Ik heb een groot deel van
het inwendige van dien berg bloot gezienmaar geene asch.
Ik zag eene laag zwarte stof concentrisch met den koepelvorm
over den geheelen berg doorloopendie ik niet voor asch hield
en microscopisch vond ik niets dan zwarte klei, die, naar mijne
meening, door afwatering van de oppervlakte uit, laagvormig