542 aangeteekenddat men in den berg te Oostkerke (Wolfaarts- dijk) een menschenbeen heeft gevonden, doch hij vermeldt gelukkig ook, dat de oude begraafplaats er vlak bij lag. Hij spreekt ook van een beenenversiersel zie boven bij den Luycksberg en daarbij no. 11 waaruit niets is op te maken, wat oudheid betreft, zoodat men niet weet, uit welk tijdperk dat voorwerp afkomstig is. Wij wezen er op, dat de beenstukken steeds verspreid en nooit bijeen lagen, dan eens hooger en dan eens lager. Te Noordwelle op Schouwen lagen zij in den top doch het is alweder Dresselhuis die dat vermeld heeft en die zijn best heeft gedaan om van onze bergjes ofl'erbergen te maken; in het hooge Duivekot lagen zij 1,5 M. onder de kruinte Buttinge midden inen in de bergenwaarvan ik den inhoud heb gade geslagen, zooals Gapinge Koudekerke en andere, door den geheelen berg heen. Een en ander heeft op mij en op anderen slechts den in druk gemaakt van opgevoerden grond. De berg, waarin vele beenderen lagenis wellicht bij tusschenpoozen verhoogd. Geslepen beenderen. Ofschoon schaarsch zijn toch ook in onze bergen beenderen gevondendie of gepolijst of afgevijld waren en zeker in zeer ouden tijd voor instrumenten gebruikt zijn. Enkele hebben eene aan opgenomen ijzer verschuldigde bruine of gemarmerde kleurzij zijn somwijlen als versteenden zijn zoo ver bekend, nooit ergens elders in Walcheren opgegraven. In den berg van Geschiere onder Hoogelande vond men een verloren gegaan beentjedat omstreeks een decimeter lang en doorboord was met gaatjes; het is vermoedelijk een fluitje geweest, zooals door dr. Pleite in zijn bekend werk is afgebeeld. Te Biggekerkeno. 24, vond men het, aan de volaarzijde plat geslepen en gepolijste eerste vingerkootje van een paardbruin van kleur en wel wat zwaar van gewicht. Het lag niet op, maar in den berg en heeft zeker gediend

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 546