544
stelde; immers indien de bergbouwers die beenderen nog op
prijs hadden gesteld, en waren zij dus slechts verloren ge
raakt bij het maken van den berg, dan had men ook wel
meer voorwerpen van primitieve industrie gevonden, of men
had een paar schaatsen gevonden en niet een dozijn bijeen,
onder aan den berg. De schaatsen en het kootbeentje zijn
bewijzen, dat onze voorvaders in een tijd hebben geleefd,
toen men die nog gebruikte, doch de wijze, waarop zij voor
den dag zijn gekomen, bewijst, dunkt mij, dat zij, evenals
de scherven, weggeworpen voorwerpen waren zonder waarde;
ik word daardoor in mijn gevoelen versterkt, dat men ze te
gelijk met andere weggeworpen zaken heeft opgeruimd en dat
weggeworpen beenderen in een berg geen kwaad doenjanog
wat stevigheid geven, zal niemand betwisten. Ik geloof dus
dat zij ouder zijn dan de heuvels zelve.
De beenderen kunnen zeer oud zijnvooral de bruine ver
steende. Te Wijk bij Duurstede vond men ze midden tusschen
Frankische voorwerpenwaaruit men zou mogen besluitendat
zij in dien tijd nog werden gebruikt. In de graven te Dom
burg heeft men geene schaatsen gevonden, noch van been
noch van ijzer; misschien kende men de laatste nog niet en
vond men de eerste te gering van waarde om in de kist mede
te gevenof misschien ook weldacht mendat de doode
ze nooit zou noodig hebben. Te Haarlem lag de schaats
6 M. onder den beganen grond.
Zijn misschien de bergen die geslepen beenderen of silices
bevatteden, uit een grond gevormd, die ouder was dan die
waarin men niets dan zavel vond?
Veen en Hout.
In de bergjes vindt men volstrekt geene meststoffen of over
blijfsels van stroo of riet, doch wel veenachtigen detritus van
organische stoflen, hier en daar verspreid en meestal in zeer
kleine stukjes. Derrielagen ontbreken geheel, doch wel zijn
herhaalde stukken Zeeuwsch veen of derrie gevondenniet op