550 lateren tijdalthans in de Domburgsche graven heeft men wel koperen en ijzeren ringen gevonden, doch geen naairing. Ik kan niet beslissen, of die ring reeds bij het maken van den berg erin is gekomen of later. In den berg te Buttinge is een koperen kruisje gevonden, dat met spijkertjes aan iets, misschien aan leder, is bevestigd geweestwij deelden mede de meening van een zadelmaker dat het misschien een paardenversiersel is geweest, doch dit is toch niet waarschijnlijk. Wij geven er eene afbeelding van, omdat wij zulk een kruisje nergens hebben afgebeeld gezien. Het kan van Prankischen tijd zijn en lag zonder andere ver sierselen; ik heb wel het recht aan te nemen, dat het of niet geacht of weggeworpen is. Uit het bovenstaande blijkt genoegzaamdat er zoo goed als niets in onze, wij kunnen wel zeggen in de Zeeuwsche, bergjes is gevonden. Uit het gevondene is dan ook niets met zekerheid op te maken dannaar mijn gevoelenalleen dit, dat zij geene woonplaatsen zijn geweest. De gevondene voorwerpen zijn met opgevoerden grond erin gebracht en voor zooverre men er iets uit kan opmaken, wijzen de voor werpen of op den Angel-Saksischen of Prankischen of misschien op nog vroegeren tijd, daargelaten natuurlijk, dat er ook voor werpen zijn gevonden uit veel latere jaren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 554