558 hier begraven heeft, en dat voor dien tijd of in dien tusschen- tijd, onze bergjes, waarin niets van lijken gevonden is, voor grafheuvels zouden opgericht zijnis ondenkbaar. Toch mag ik niet verzwijgen, dat tot voor weinige jaren, op schier alle dorpen, als er een doode was, een //stroo" werd geplaatst voor de deur; in mijne jeugd volgde men die gewoonte ook nog in Middelburg en had men daar n stroobinders". Kinderen en armen hadden een kleinen, volwassenen en gegoeden een grooten stroobosik meendat dit laatste kostte een pond vlaamsch of zes gulden. Bij kinderen en ongehuwden stak men er een palmtakje in. Onze Zeeuwen moeten dus uit lang ver vlogen tijden dit gebruik, waarvan het publiek de beteekenis niet kende, hebben overgehouden of uit hun land mede ge bracht; het werd als gewoonte fatsoenshalve in stand gehou den; indien daarentegen deze gewoonte met den bergbouw in verband had gestaanzou toch iemand zich dit wel als over levering hebben herinnerd of Willebuokd er tegen op zijn gekomen. Seinbergen, Vreugdebergen, Gerechtshoven. Onnoodig op te merken dat zij die gedacht hebbendat onze bergjes tribunalia of aanspraakplaatsen zouden zijn ge weestzich schromelijk vergissen; de stemme des aansprekers zou geweest zijn als die des roependen in de woestijn; doch aannemelijker is de meening, dat men ze in onveilige tijden voor spioneering of om andere redenen voor seinvuren of teekens zou hebben opgericht. Zij zullen in den loop der tijden daarvoor wel eens hebben gediend. Doch ik behoef niet uiteen te zetten, dat dit niet de oorsprong kan geweest zijn; het bijeenliggen weerspreekt dit genoeg. Zijn het misschien ontspanningsplaatsen geweest voor onze zoo alleen wonende landlieden. Zeker niet, want dan waren zij het geblevenmaar niemand heeft daaraan eenige herin nering. Wel wandelt de jeugd des zomers eens naar den

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 562